Twee meisjes van 17: Audrey van nu, via haar smartphone in contact met de hele wereld; en Maite van vier eeuwen geleden, compleet geïsoleerd in een gevangenis van de Spaanse

inquisitie. Opeens vermengen die twee levens zich ...’

 

´Zie me, hoor me´ verscheen in maart 2015 bij Clavis.

 Aan het gemakkelijke maar ook wel wat oppervlakkige leventje van Audrey Paets, 17 jaar, komt  abrupt een eind door… Ja, waardoor eigenlijk? Is ze schizofreen aan het worden? Komen trauma´s van vroeger opeens terug als visioenen en nachtmerries? Of is er iets heel anders aan de hand? Eén ding staat vast: haar vriendje mag er niets van weten, want voor hem moet ze perfect zijn. Er thuis niks van laten merken, dat ligt wat moeilijker. Haar eerste schokkende visioen kreeg ze in de kerk en sindsdien wil ze daar niet meer heen. Haar bazige vader stuurt haar naar een psycholoog, maar besluit vervolgens dat ze moet worden opgenomen in een psychiatrische kliniek. Terwijl haar zeer gelovige stiefmoeder meer heil ziet in exorcisme, duiveluitdrijving...

Audrey vlucht naar haar grootouders in Noord-Spanje. Stap voor stap ontdekt ze daar dat haar visioenen niet zomaar beelden zijn, maar flarden uit het leven van Maite, een meisje dat lang geleden in handen viel van de Spaanse inquisitie. Hoe dichter ze bij de plek komt waar die geschiedenis zich afspeelde, hoe meer ze de controle over haar eigen leven verliest. Tot het lijkt of dat leven van vroeger haar enige echte leven is… 

<< Exorcisme… Hoorde ik dat goed?

´U bedoelt zoals in die film met dat meisje dat boven haar bed zweeft en dat haar hoofd 360 graden rond kan draaien?’ vroeg ik verbijsterd.

‘Dat is de Hollywood versie, mijn kind. In het echt gaat het er minder dramatisch aan toe. Maar de resultaten kunnen minstens zo spectaculair zijn.’  Hij keek erbij alsof we het over het weer hadden.

En dan vonden ze míj gek!

‘Dus…ergens op deze wereld lopen nog steeds van die excentrieke priesters rond die op verzoek van wanhopige ouders de strijd aangaan met de duivel?’

Vader Bernard glimlachte zijn vertrouwenwekkende opa-lachje. ‘Er zit er zelfs een bij je aan tafel, Audrey.’´>>

<<Alles begon te bewegen. Ik zag mensen vallen, er werd tegen me aangeduwd. Ik rook zweet en de stront van dieren. Mannen met zwarte kappen met een duivelse grijns om hun mond kwamen van alle kanten naar me toe. Een scherpe rooklucht drong mijn mond en neus binnen, zodat ik ervan moest hoesten.

‘Branden zullen ze!’ schreeuwde de menigte. ´Verbrand ze, die vuile heksen!’

Ik kon me niet meer bewegen. Met al mijn kracht drukte ik mijn nagels in mijn vel in de hoop dat ik zo het wegdrijven kon voorkomen en als een bezetene herhaalde ik: ‘Hier en nu. Hier en nu.’ Tot ik me opeens herinnerde dat boos worden me al eerder had geholpen.

Met mijn vuist in de lucht schreeuwde ik het uit. ‘Geef ons een stem! Zie mij, hoor mij!’

Razend was ik opeens, echt razend. Omdat mijn vriendje nep is. Omdat mijn moeder zo nodig dood moest gaan en mijn vader op me joeg alsof ik een crimineel was. Omdat ik een broertje heb waarmee ik niet kan praten. Omdat een stel arrogante inquisiteurs mijn zusje van vroeger in een cel heeft laten gooien, misschien wel heeft laten verbranden. Omdat ik me in de steek gelaten voelde, en verschrikkelijk, verschrikkelijk bang... >>

 

<< Nog steeds zwijgend maken de soldaten nu ook mijn handen los. Daarna trekken ze de jurk over mijn hoofd.

Vlucht in je hoofd.

Misschien zijn de piepjes een spoor. Hoef ik ze alleen maar te volgen om het veilige wit te vinden. Een lange lijn van piepjes, als vlammetjes in het donker. Maar het is moeilijk om ze te blijven zien, zolang ik hun handen op mijn blote lijf voel.

De beul legt lussen van touw om mijn armen en benen, twee lussen om elke arm, om elk been. Door elke lus steekt hij een stok.

Wit, wit.. Het touw zit strak, het snijdt in mijn vel. >>