´De bokkenbrigade´ verscheen bij uitgeverij Moon.  

Het boek gaat over vier kinderen die een geit redden. Jojo, de geit, mekkert soms en daarom willen de buren hem een kopje kleiner maken. Maar als Micky dat hoort, maakt ze met haar vrienden een plan om hem te ontvoeren. Dat lukt, maar waar moet de geit naar toe? Marks oma zegt dat hij wel in de tuin van het verzorgingshuis kan, maar dat is tegen de voorschriften. Geen dieren, zegt het bestuur. De bewoners pikken het niet en voeren actie. Ondertussen verstoppen Micky en haar vrienden Jojo op een bouwplaats. Maar er duiken boeven op en de bouwvakantie is ook al bijna afgelopen... 

 

 

 

  • De Bokkenbrigade is een ontzettend leuk en spannend boek. het is vlot geschreven, in gemakkelijke zinnen en een rijke woordenschat. Het is geen zoetsappig verhaal, maar een lekker spannend avontuur voor zowel jongens als meisjes (Coole suggesties)

 

  • Een heerlijk verhaal, verteld door Mickey, waarin veel onderwerpen behandeld worden zoals dieren in nood, huurdersproblemen, de strenge, starre regels in een bejaardenhuis, vriendschap, daadkracht etc.. Maar Martine Glaser doseert het prima, ze weet alle eindjes uitstekend aan elkaar te knopen en wat overblijft is een erg leuk en lekker spannend spannend verhaal dat vol vaart verteld wordt. (Leestafel) 

 

  • Er zit een zekere lichtheid in de tekst die nieuwsgierig maakt. Glaser schrijft vlot en vooral grappig met droge humor en komische details. Kaspar wil graag minister worden en de directeur van het bejaardenhuis die zijn schouder laat hangen zijn geestige repeterende elementen. De dialogen steken veruit boven het gemiddelde.  (Jaapleest)

<< 'De boeven,’ hijgde ik buiten adem. ‘Vlakbij. Komen hierheen. Nog net goed gegaan, geloof ik.’

Goed gegaan? Vergeet het maar!

Daar klonken stemmen. Vlakbij.

‘Ze moeten hier ergens zitten,’ zei een van die stemmen. ‘Ze gingen een van deze huizen binnen. Dat weet ik zeker.’

‘Verstoppen,’ fluisterde ik tegen Mark. Ik was misselijk van de angst. Maar Mark hield me tegen. Met zijn hoofd een beetje scheef stond hij na te denken.

‘Ik weet wat,’ zei hij. ‘Laat mij maar. Het komt wel goed.’

En toen zakte mijn mond open van verbazing, want die idioot begon opeens te roepen!

‘Poes, poes,’ riep hij.

Hij stapte zomaar naar buiten...en daar botste hij tegen een van de boeven op.

‘O, pardon,’ zei hij vriendelijk. ‘Ik keek niet goed uit, sorry. Ik zoek mijn poes, ziet u. Die is weggelopen.’

Mijn knieën bibberden nog steeds, maar mijn hoofd vond het een prachtgrap. >>

 

<< 'Poes, poes,’ riep ik nu ook, terwijl ik steeds maar om me heen kijkend naar buiten liep. ‘Poes, poes.’

De twee mannen keken ons nors aan.

‘Allemaal de kat zoeke zeker?’ snauwde de ene, een dikke man met een grote snor en een groezelig wit hemd. 

‘Ja, mijn vader loopt hier ook ergens rond,’ loog ik opgewekt.

‘Heeft u hem soms gezien?’ vroeg Mark met grote onschuldi­ge ogen. ‘Grijs met streepjes is hij.’

‘Je vader grijs met streepjes? Maak dat de kat wijs!’ De dikke man kwam dreigend op ons af.

De andere man duwde hem opzij. Hij was lang en dun, en hele­maal in het zwart gekleed. Zelfs de stoppels op zijn wangen waren zwart.

‘Ja, jij hebt natuurlijk nog nooit van krijtstreepjes gehoord. Wat nette heren drage. Maar jij niet, jongen. Een spijkerbroek, veel verder zul jij het niet schoppen.’

‘Eigenlijk had ik het over de poes,’ grinnikte Mark. ‘Over Lotje. Die is grijs, met streepjes.’ >>

Maak jouw eigen website met JouwWeb