Einstein en Yes zijn met hun ouders gevlucht uit Griekenland, omdat het daar crisis was. Papa, de beste rechercheur van de wereld, en mama, die juf was, raakten hun baantjes kwijt omdat de regering ze niet meer kon betalen. Daarom gingen ze naar Nederland, waar oom Kostas een Grieks restaurant heeft. Maar opnieuw beginnen in een ander land, dat is lang niet makkelijk. Omdat ze geen Nederlands spreken, kregen ze geen baan. En zonder baan kunnen ze geen huis betalen... Van oom Kostas mogen ze in de loods achter zijn restaurant wonen, maar o jee... Oom Pana, de oude vader van oom Kostas, heeft de Verzamelziekte. Hij blijft maar spullen aanslepen, waardoor het plekje waar Einstein en Yes met hun ouders wonen steeds kleiner wordt. Als de jongens zelf dingen gaan bedenken om een huis te krijgen, komen ze in de problemen. En als oom Pana dan ook nog eens spullen steelt van een dief, gaat alles echt mis. Oom Pana wordt ontvoerd, Yes later ook, en het ziet er slecht voor ze uit. Einstein moet ze redden, maar hoe? Hij houdt vooral van boeken en hij is beslist geen held...     

Voor 8 jaar en ouder. Verscheen in 2017 bij Clavis, 

 

En nu aan lieve oom vertellen waar spullen zijn, verdorie.’

‘Echt niet,’ zegt Yes met zijn mond vol taart. De kruimels vliegen in het rond. ‘Dit zijn megadure spullen, oom, kijk maar.’ En hij geeft hem het lijstje.

‘Kan niet lezen in donker,’ zegt oom Pana bokkig en hij geeft het papier aan mij.

Ik steek hem mijn zaklantaarn toe, maar hij pakt hem niet aan. ‘Kan niet lezen zonder bril.’

Yes propt nog een stuk taart in zijn mond en trekt het papier uit mijn hand. ‘Nese vaaf…’, begint hij te lezen.

‘Kan niet verstaan met mond vol,’ bromt oom Pana.

Er valt een klodder ijs op het papier dus ik pak het vlug terug. ‘Al die mooie spullen zijn gestolen, oom, dat kan niet anders. En als de politie ze hier vindt, zullen ze denken dat u de dief bent.’

Ochi!’ roept oom Pana. En nog eens, en nog eens. Ochi betekent nee in het Grieks. Bij elke ochi stampt hij hard met zijn rechtervoet op de grond.  ‘Nare jongens! Zal Kostas halen en dan o wee, heel, heel erg o wee!’